Categorieën
Uncategorized

Woordendiaree

Marloes kan heel stil zijn. Terwijl er in haar een storm woedt van woorden en gedachten. Zeg maar gerust: een tsunami. Die ze er dan eens in de zoveel tijd als een stortvloed uitkomen op een moment dat ze zich veilig genoeg voelt om dat waar ze in z’n hoofd mee worstelt met een ander te delen. Dat kan nogal eens gepaard gaan met emoties, waardoor ze op het moment van delen moeilijk uit z’n woorden komt. Met als gevolg dat ze bang is dat ze verward overkomt en niet begrepen wordt, wat zo’n gesprek dan lastig maakt. Maar als ze eenmaal op dreef is met het delen van zen allerdiepste zieleroerselen ervaart ze gaande het gesprek steeds meer ruimte. Ze raakt het beklemmende gevoel van zich inhouden kwijt. Daardoor ontspant ze, verdwijnen de scherpe en strakke lijnen in z’n gezicht.

Categorieën
Uncategorized

Stille wateren hebben diepe gronden

Als ze om zich heen kijkt ziet ze water. Overal water. Marloes houdt zich krampachtig vast aan de plank waar ze op zit. De riemen van het bootje: waar haar ze gebleven? Ze weet toch zeker dat ze die nog had, toen ze dit bootje instapte. Maar het lijkt er op dat ze onderweg ‘opeens’ waren verdwenen. Waardoor het voor haar onmogelijk is om zelf nog enigszins koers te bepalen of richting aan te geven.

Ze heeft geen enkel idee hoe ze nu kan zorgen dat het bootje een kant opgaat die ze wil. Erger nog: ze ziet nergens ook maar één herkenningspunt waar ze heen zou willen varen. Het is allemaal onbekend terrein voor haar, waar ze zich nu bevindt.
Als ze om zich heen kijkt, het water in, lijkt het ondiep. Maar ze vertrouwt het niet. Ze kent dit water niet. En ze heeft geen idee wat hier zoal zwemt, dus ze houdt angstvallig alles binnenboord.
Het maakt haar bang, dat ze niet weet welke kant haar bootje op zal gaan. Het geeft haar een heel ongemakkelijk, bijna angstig gevoel, om zo overgeleverd te zijn haar aan de grillen van de natuur.

Badend in het zweet wordt ze wakker. De lakens plakken op haar lichaam. Ze rekt zich uit en opent haar ogen. Gelukkig was het een droom. Maar wel één die levensecht leek. En die haar nog wel een paar dagen een vervelend gevoel bezorgt. Een gevoel alsof ze, ondanks de wereld om haar heen, helemaal alleen is. Alsof ze door niets of niemand wordt opgemerkt. Niet wordt gezien of gehoord. Het maakt haar verdrietig. Omdat ze het heel graag anders wil dan de manier waarop haar leven nu gaat. Ze wil van betekenis zijn, iets waarover ze nu regelmatig twijfelt. Want ze heeft vaak bij alles wat ze doet haar twijfels. Ondanks dat ze weet dat de mensen om haar heen haar graag zien en het fijn met haar vinden.
Maar dat is niet genoeg voor haar. Ze wil meer. Ze wil ‘gewoon’ een maatje hebben. Iemand die er altijd voor haar is, ook al is ze er niet. Snap je dat? Iemand waarvan je weet dat hij het fijn vindt met jou. Die niks lievers wil dan alleen maar blij en gelukkig zijn met haar samen haha. Die het liefst alle tijd van de wereld met haar door wil brengen. Die leuke dingen mee haar doen. Haar mee naar het einde van de wereld wil nemen en weer terug, ook al is dat zijn dat ‘maar’ de Waddeneilanden haha. Ja, zo’n man wil zij. Eentje die dat laat merken. Die dat zegt. Keer op keer. Die dat van de daken schreeuwt. Het tegen iedereen zegt die dat maar horen wil. Met haar samen de wereld intrekt, omdat hij trots als een paus met haar aan haar zij loopt.
Het gaat haar om de intensiteit van het contact. Om de verbinding die je met elkaar ervaart. Dat je vanuit je tenen de energie door je heen voelt stromen als je aan elkaar denkt. En dat je het beiden als een steek in je hart ervaart als de verbinding even weg is. En dat je, iedere keer als dat zo is, het liefst je stinkende best doet om dat te fixen. Gewoon. Omdat je niks liever wil dan die ander om je heen te hebben.

Ha. Ze moesten eens weten wat zich allemaal in het hoofd van Marloes afspeelt. ‘Stille wateren hebben diepe gronden’. Tja. Voor haar voelt die grond onder haar voeten regelmatig helemaal verdwenen, als ze het gevoel van verbinding met die leuke, lieve man kwijt is. Dan rest haar niks anders dan haar ding te doen, mee te bewegen met de dag die zich aandient en ’s avonds te gaan slapen met het idee dat er altijd weer, daar hoeft ze niets voor te doen, vanzelf weer een nieuwe dag aandient als ze een paar uur later haar ogen open doet…

Categorieën
Uncategorized

De aarde ingezogen

Marloes is vaak alleen. En dat vindt ze meestal prima, want dan kan ze lekker haar eigen ding doen. De ene keer is dat een boek lezen, een andere keer Netflix kijken of mediteren. Prima. Heerlijk, zo’n vrij gevoel van met niemand rekening te hoeven houden.

Helemaal ’s morgens vroeg. Als de wereld ontwaakt. Marloes kan daar intens van genieten, van het wakker worden in een leeg huis met niemand om zich heen. Haar eigen ding doen. Lekker rommelen.
Net als de rest van de week is het ook vandaag heerlijk warm. Als ze beneden komt zet ze gelijk een paar ramen open, ze opent de voordeur, stapt naar buiten en gaat met haar blote voeten op de tegels in haar tuintje staan. Ze sluit haar ogen en haalt een paar keer diep adem. Ze heet de nieuwe dag welkom en luistert naar de vogels die zich vrolijk laten horen. De kerklok is het enige wat die rust verstoort. Verder is er niks. Even helemaal niks wat haar door haar hoofd gaat.

Ze houdt van het ochtendritueel wat ze al jaren iedere ochtend doet. Nou ja, tenzij het regent haha. Als het ’s winters koud en droog is doet ze het echter wel. Dan gaat ze gelijk vanuit haar bed even naar buiten. Lekker hoor, even écht goed wakker worden van de ijskoude grond onder je voeten.
Zo’n begin van de dag geeft haar een gevoel alsof ze, door met haar blote voeten buiten op de grond te staan, zich meer verbonden voelt met de aarde. Met het leven hier op aarde. Alsof ze, door de aandacht die ze op dat moment heeft voor haar voeten en de grond waar ze opstaat, zich even heel intens ervaart waar ze is. Hoe ze zich voelt. Ze ervaart dan rust. Stilte. Ruimte in haar hoofd. En dat vind ze fijn. Heel erg fijn. Want het is heel vaak erg druk in haar hoofd.

En oja, ze heeft het een paar jaar terug ook gedaan toen het sneeuwde. Heerlijk vond ze dat, dat gevoel van koude sneeuw onder je voeten. Toen bleef ze niet voor haar deur staan, maar liep ze door de onbelopen sneeuw heen, haar tuintje uit en een stukje de straat in.
Marloes sluit haar ogen en denkt weer even terug aan dat moment. Zo’n hele witte wereld. ’s Morgens vroeg toen het nog donker was en de sneeuw wat oranje leek door de lantaarn op de hoek. De sneeuw die onder haar voeten knisperde. Allemaal voetstappen. Alleen van haar. Waardoor de wereld even van haar alleen leek. Ze genoot er van.

Hoewel ze gek is op sneeuw ze liefst altijd haar dag willen beginnen door met haar voeten aan de rand van de zee te staan. Precies op de plek waar de golven nog nét om je voeten heen glijden als ze zich terugtrekken. Dat vindt ze bijna het allerfijnste gevoel wat er bestaat, als je voeten steeds steviger in het zand komen te staan als de zich iedere keer weer even terugtrekt. Dan voelt ze haar voeten iedere keer een beetje dieper wegzakken. Een heel klein beetje maar, ook al lijkt het soms alsof ze heel diep in het zand staan.
Maar dat is het niet. Nee, het gaat om het gevoel van stevigheid dat ze ervaart als ze dat doet. Alsof ze de aarde ingezogen wordt. Eén wordt. Met het leven. Er niet langer onzekerheid en onduidelijkheid bestaat. Het gaat over de stevigheid die ze vaak mist in haar ‘gewone’ leven. En deze momenten, met haar voeten aan de rand van de zee, die geven haar dat gevoel wel. Dan kijkt ze weg over de golven en ervaart ze een gevoel van intens geluk. Omdat er dan even niks en niemand anders bestaat dan Marleen zelf. En de zee en haar golven. Dan is ze één met de aarde en het leven zelf…

Categorieën
verhalen

Mistig

 

Het zijn allemaal verhalen, Sonja BroekhuizenAls hij naar buiten kijkt kan hij van achter z’n raam net aan de stoeprand zien. Zo mistig is het vanochtend. Boris houdt niet van mist, dat vindt hij spannend. Dan kijkt hij schichtig om zich heen bij ieder geluid wat hem vreemd voorkomt. En voordat hij de hoek om loopt blijft hij angstvallig stilstaan. Alsof ieder moment Loek, de kat van de buren, de bocht om komt rennen en hem luid miauwend zou laten schrikken. ”Gek beest ben je toch” lacht Henk zijn hond toe. Terwijl Boris naar de deur rent loopt Henk nog even op en neer naar boven om zijn hoed te pakken. Een nat pak vindt hij niet erg, maar hij heeft er een hekel aan als z’n kale hoofd nat wordt door regen of, zoals vandaag, koude mist.

Terwijl baas en hond hun eerste stappen voor vandaag buiten de deur zetten doet het zonnetje haar best. Langzaamaan wordt het lichter en halverwege hun wandeling springen de lantaarnpalen uit. Door de mist is het een saaie wandeling voor Henk, omdat Boris zo bang als een konijn is met deze mist. Hij blijft braaf naast hem lopen, alsof hij aan z’n broek geplakt zit.

Normaal gesproken mag Boris altijd even los rennen op het grasveldje in de buurdt en heeft Henk even de tijd voor zijn meditatiemomentje op het bankje wat daar staat. Maar dat zit er deze vanochtend niet in. Het wordt een korte wandeling. Misschien vanavond, als de mist weg is.

En anders morgen weer een dag…

Categorieën
verhalen

De ruimte is te ver voor mij

het zijn allemaal verhalenAls ik omhoog kijk zie ik allemaal sterren. De ene nog groter dan de ander. Als ik er lang naar kijk lijken ze soms te bewegen en er lijken er dan ook steeds meer te verschijnen. Een hele sliert van sterren soms. Prachtig. Helemaal op zo’n avond als deze, als de lucht helder is.

Zou ik gaan?

Wat zou ik doen, als ik mezelf af en toe vrij zou kunnen bewegen tussen de sterren? Zou ik ieder weekend een retourtje maan boeken? Of tijdens de zomer drie weken willen sterren hoppen? Hoe zou het zijn daarboven? Is het er koud? Zijn er geluiden? Hoe ruikt het er?

Laat mij maar hier!

Nou, ik weet het niet hoor. Hier, in mijn eigen omgeving, bepaal ik zelf hoe ik mij beweeg. Ik kan gaan wandelen of de fiets pakken als ik ergens heen wil. Desnoods de bus of trein om een stuk verder te reizen. Als ik op die manier reis kan ik zelf bepalen waar ik uitstap en de buitenlucht weer in wil. Maar als ik in een raket richting maan of sterren wordt afgeschoten moet ik wachten wanneer ik mij weer vrij kan bewegen. Dan kan ik niet zomaar even naar buiten om mijn benen te strekken als ik daar zin in heb.
Laat mij maar hier. In mijn eigen omgeving, waar ik vanaf een afstand de sterren en planeten kan zien en er op die manier van genieten.

Ik neem mijn eigen ruimte in

Als ik omhoog kijk lijkt er nergens meer ruimte te zijn dan op de plek die voor mij onbereikbaar lijkt. Maar toch wil ik het niet, want ik kan mij er niet vrijelijk bewegen. Niet de dingen doen die ik graag wil. Ik zal er beperkt zijn in mijn doen en laten. Mijn blik naar boven zal nooit meer dezelfde zijn nu ik niet langer droom over verre reizen omhoog. Ik blijf liever waar ik ben, omdat ik mij hier veel vrijer voel. En hier zelf mijn eigen ruimte kan bepalen…

Categorieën
verhalen

Met mijn hoofd in de wolken

30/100 Tekening van Olaf Zefanja de BaarVandaag beweegt Bob zich door een wolk van uitlaatgassen om naar zijn werk te gaan. En toch heeft hij er bewust voor gekozen om te lopen, want het is maar een kwartiertje van huis.

Niet altijd even prettig om te gaan lopen, want het wil nog wel eens gebeuren dat hij bij een stoplicht moet wachten en dan moet hoesten door al die rokende auto’s. Omdat hun berijders soms extra gas geven als hun voorganger niet snel genoeg optrekt. Pfff… Kan dat niet anders? Zouden we niet beter met z’n allen gewoon de fiets kunnen pakken of kunnen gaan lopen naar ons werk? De meeste mensen pakken liever de auto dan dat ze lopen, omdat ze het idee hebben dat ze daardoor tijd besparen. Maar het gebeurt regelmatig dat Bob sneller bij het volgende stoplicht is dan dan die hele sliert stalen rossen die hij dan lachend voorbij loopt. Omdat die iedere paar honderd meter een tijd stil staan. En als het tegenzit meer dan één stoplicht lang. Doordat ze tegelijk in hun auto springen, zich op hetzelfde moment door de stad heen willen bewegen. En dan ook nog met z’n allen om klokslag 9 uur achter hun bureau willen plaatsnemen. Dat gaat dus, verkeerstechnisch gezien, niet altijd goed.

Bob loopt met zijn hoofd in de wolken, zo lijkt het wel. Het heeft gevroren en het is een beetje mistig, waardoor alle uitlaatgassen meer dan normaal blijven hangen. Bah. Iedereen lijkt zich het liefst per auto van A naar B te willen bewegen. En toch blijft hij lopen. Bij de eerstvolgende hoek gaat hij rechtsaf, weg van de rokende massa. Daardoor is hij wel een paar minuten langer onderweg, maar dat maakt hem niet uit. Door er iets langer over te doen komt hij, ondanks de rijen met auto’s van zojuist, ontspannen op zijn werk. Doordat hij een flink stuk heeft gelopen is zijn hoofd leeg: hij heeft er zin in vandaag. Ach, wat wil een mens nog meer, denkt hij als hij met twee treden tegelijk de trap omhoog neemt.

Terwijl hij ontspannen aan zijn eerste kopje koffie begint hoort hij de dagelijkse stroom van mopperserenades van zijn collega’s die binnenstromen. Allemaal met de lift en hun kleren nog rechttrekkend, omdat ze verkrampt dicht tegen elkaar aan moesten staan. Omdat ze er ook hierbinnen kiezen voor gemak en diezelfde luihuid als buiten. Omdat ze niet willen wachten tot de volgende lift komt die wellicht een stuk leger zal zijn.

Zijn collega, die bij hem om de hoek woont, komt binnen. Een kwartier te laat. ‘Ik moest krabben, en toen moest ik ook nog naar…’.
Maar Bob luistert al niet meer. Zijn dag is ontspannen begonnen. Hij neemt zich voor vanmiddag op de terugweg door het park terug naar huis te lopen. Omdat de herfstkleuren zo mooi zijn in deze periode van het jaar. Binnen zitten kan altijd nog.

Categorieën
verhalen

Als ik mag kiezen

[fusion_builder_container hundred_percent=”yes” overflow=”visible”][fusion_builder_row][fusion_builder_column type=”1_1″ background_position=”left top” background_color=”” border_size=”” border_color=”” border_style=”solid” spacing=”yes” background_image=”” background_repeat=”no-repeat” padding=”” margin_top=”0px” margin_bottom=”0px” class=”” id=”” animation_type=”” animation_speed=”0.3″ animation_direction=”left” hide_on_mobile=”no” center_content=”no” min_height=”none”]

29/100
29/100 Tekening van Olaf Zefanja de Baar

[/fusion_builder_column][fusion_builder_column type=”1_1″ background_position=”left top” background_color=”” border_size=”” border_color=”” border_style=”solid” spacing=”yes” background_image=”” background_repeat=”no-repeat” padding=”” margin_top=”0px” margin_bottom=”0px” class=”” id=”” animation_type=”” animation_speed=”0.3″ animation_direction=”left” hide_on_mobile=”no” center_content=”no” min_height=”none”][fusion_dropcap color=”#dd9933″ boxed=”no” boxed_radius=”8px” class=”” id=””]H[/fusion_dropcap]

ij keek in de spiegel en zuchtte een paar keer diep. Met zijn rechterhand wreef Harm over zijn kin en net als alle andere keren hoopte hij ook nu stoppels te voelen. Al waren het er maar een paar, dan zou hij een gat in de lucht springen. Hij kent het niet, dat gemopper van al die mannen die zeuren dat ze zich iedere morgen moeten scheren. Hij zou er met plezier iedere morgen een kwartier eerder voor uit zijn bed springen. Niet dat hij ongelukkig is en gebukt gaat onder het gemis van een volle baard, maar het lijkt hem zo fijn om baardgroei te hebben.

Toen hij nog maar een klein jongetje was wist hij niet beter dat zijn vader kaal was en verder ook nagenoeg geen lichaamsbeharing had. Maar toen hij ouder werd merkte hij op dat vaders van andere kinderen beter voorzien waren en sommige van hen zelfs een mooi tapijtje op hun borst hadden. En op de basisschool had hij een meisje in de klas wiens vader zelfs een lange staart had. Hij herinnert zich nog goed dat hij die man de eerste keren met open mond stond aan te staren. Zo vreemd vond hij dat om te zien.

Vaders hadden geen haar, in ieder geval niet in zijn beleving. Toen hij in de pubertijd kwam en hij, net als zijn vader, ook geen baardgroei kreeg, had hij het daar soms knap lastig mee. Harm weet nog goed die ene keer in de zomer, toen zijn vader in zijn korte broek in de tuin zat met zijn buik en borst, glimmend van de zonnebrand. Zijn vader wreef over zijn borst en de blik van zijn vader sprak boekdelen. Harm en zijn vader waren geen dikke vriendjes en iedere verkeerde blik van zijn vader was voor hem aanleiding om zich terug te trekken in zijn schulp. Want zijn vader was geen fijne man, vooral niet voor zijn kinderen, die het onder zijn regime nogal eens moesten ontgelden.

En op dat moment, die middag in de tuin, wist Harm het zeker. Zijn vader maakte er regelmatig grapjes over, hoe blij hij was dat hij zich nooi hoefde te scheren. En daarom besloot Harm dat het de schuld was van zijn vader, dat ook hij geen sexy behaarde armen had zoals Bart, die jaren zijn grote vriend was op de middelbare school. Gelukkig plaagde Bart hem niet, maar Harm was wel jaloers op hem. Vooral omdat hij een paar keer meisjes over Bart had horen zeggen dat ze Bart zo leuk vonden omdat ze zijn ongeschoren koppie, z’n stoppelbaardje, zo sexy vonden. Harm weet nog goed dat dat ervoor zorgde dat hij daarom korte periode afstand nam van Bart. Zo jaloers was hij. Uiteindelijk zei hij het hem toch, want hij merkte dat het hun vriendschap in de weg begon te staan. Gelukkig kon hij Harm horen in wat hij hem vertelde en daarna is het nooit meer ter sprake gekomen. Bart had hem aangehoord, geknikt en begrepen en zich zelfs lachend geëxcuseerd voor zijn weelderige haargroei. Daar moesten ze beiden om lachen, weet Harm nog goed. En door dat gesprek voelde Harm zich lange tijd gesterkt.

Maar nu, vele jaren later, heeft hij nog wel eens zo’n momentje van onzekerheid. Want wat had hij graag een ongeschoren kop gehad met wat stoppels en korte stekels. En als hij verder fantaseert ook een wat meer karakteristieke kop. Wat meer kleur, want zijn bleke huid wil maar geen kleur krijgen, behalve rood worden van de eerste beste zonnestraal. ‘En als we dan toch bezig zijn: dan graag ook wat meer expressie in mijn gezicht’, grapt Harm hardop. Een mooie, wat kromme neus zou hem een plezier doen. ‘Zo eentje die me een stoere uitstraling geeft’.

Het zijn stuk voor stuk dingen waar hij zich voor schaamt. Gelukkig de laatste jaren minder dan vroeger, maar voor hem nog steeds moeilijk bespreekbaar. Behalve met Marloes. Bij haar zijn al zijn verhalen veilig. Met haar kan hij zijn taboes delen, hoe kwetsbaar ze voor hem ook zijn. Voor de rest van de wereld houdt hij het angstvallig geheim, die gevoelens. En daardoor blijft het nog steeds een taboe, al die veel te gladde lichaamsdelen…

[/fusion_builder_column][/fusion_builder_row][/fusion_builder_container]

Categorieën
verhalen

Afdwingen en loslaten

[fusion_builder_container hundred_percent=”yes” overflow=”visible”][fusion_builder_row][fusion_builder_column type=”1_1″ background_position=”left top” background_color=”” border_size=”” border_color=”” border_style=”solid” spacing=”yes” background_image=”” background_repeat=”no-repeat” padding=”” margin_top=”0px” margin_bottom=”0px” class=”” id=”” animation_type=”” animation_speed=”0.3″ animation_direction=”left” hide_on_mobile=”no” center_content=”no” min_height=”none”]

28/100
28/100 Tekening van Olaf Zefanja de Baar

[/fusion_builder_column][fusion_builder_column type=”1_1″ background_position=”left top” background_color=”” border_size=”” border_color=”” border_style=”solid” spacing=”yes” background_image=”” background_repeat=”no-repeat” padding=”” margin_top=”0px” margin_bottom=”0px” class=”” id=”” animation_type=”” animation_speed=”0.3″ animation_direction=”left” hide_on_mobile=”no” center_content=”no” min_height=”none”][fusion_dropcap color=”#dd9933″ boxed=”no” boxed_radius=”8px” class=”” id=””]H[/fusion_dropcap]arm baalt. Hij wil iets wat hem niet lukt en dat frustreert hem. De hele morgen loopt hij mopperend door de kamer te ijsberen. Hij is hardop in gesprek met zichzelf in de hoop dat dat hem helpt.

Wat is het toch, dat het de ene dag goed gaat met tekenen en de andere dag helemaal niet. Het is nu zelfs zó erg dat ik echt niet weet wat ik moet tekenen. Er komt helemaal niets uit mijn handen. Alsof ik voor het eerst een potlood vasthoud. Ik word er gek van. Waarom lukt het niet?

Omdat je jezelf probeert te dwingen te tekenen en dan lukt het niet. Dat blokkeert je creativiteit. Dan stroomt het niet.

Jaja. Dat zal allemaal wel, maar daar heb ik niks aan. Ik wil gewoon tekenen. Nu. Omdat ik mij dat had voorgenomen. Ik zou het hele weekend gaan tekenen, want daar had ik zin in. Al weken zie ik er naar uit, naar dit weekend. De afgelopen tijd had ik iedere keer van alles gepland, maar dit weekend heb ik er speciaal voor vrij gehouden. Ik heb m’n potloden weer opgezocht en het papier wat ik het liefste gebruik ligt nu al weer uren stof te happen op tafel. Maar het lukt niet en daar baal ik van.

Nee Harm, zo werkt dat dus niet. Zo’n proces kun je niet afdwingen, net als het leven zelf. Beweeg mee met het ritme van je leven. Als het nu even niet lukt, ga dan even iets anders doen. Buiten een stukje lopen, boodschappen doen of afwassen.

Nee daar heb ik geen zin in. Ik ga nu niet afwassen. Waarom zou ik dat juist nu doen, terwijl ik iets anders had gepland?

Omdat het je afleidt. Het maakt je los van je emoties en de oordelen die je er over hebt dat het niet lukt. Als je daar van los bent zal je zien dat het opeens weer als vanzelf gaat.

Pfff… Hoe weet jij dat nou.

Omdat ik spreek uit ervaring en weet dat het écht zo is. Probeer maar. Vooral de heel gewone huishoudelijke klusjes kunnen je goed helpen als je vastloopt. Dus ook stofzuigen, de was doen, tuinieren, ramen zemen. Of ga lekker onder de douche of in bad liggen.

Jij je zin, ik ga wel afwassen. Als je maar niet denkt dat ik het voor mijn plezier ga doen.

Dat weet ik. Probeer maar. Voordat je het weet ben je eerst een paar seconden achter elkaar niet bezig met dat wat je nu wilt afdwingen. Daarna denk je een paar minuten niet aan dat wat niet lukte. En voordat je het weet loop je met je nog natte handen terug naar tafel omdat je zomaar een ideetje hebt waar je mee verder kunt. Omdat je aandacht had voor wat je deed: afwassen. Dat zorgde ervoor dat je, zonder dat je je er bewust van was, jezelf de ruimte gaf aan je creatieve proces.

Mopperend loopt Harm de keuken in en begint aan de afwas. Na een paar minuten kijkt hij met een schuin oog naar het gasfornuis dat ook een sopje verdient. ‘Binnenkort ook maar weer eens een doekje over de keukenkastjes halen’.

En inderdaad, zonder dat hij er erg in heeft is zijn aandacht afgeleid van zijn potlood en papier. Opeens is de hele afwas gedaan, blinkt zijn gasfornuis en staat er verse koffie te pruttelen. Al fluitend loopt hij met een dampende beker terug naar zijn plek aan tafel, maar nu meer ontspannen dan het moment dat hij steunend en kreunend zijn plek verliet. Nog min of meer in gedachten verzonken pakt hij zijn potlood en begint krulletjes te tekenen op het papier. En voordat hij er erg in heeft zijn het er tientallen en verschijnt er een glimlach op zijn gezicht als hij er naar kijkt.

Je hebt gelijk, dit is dus wat je bedoelt. Tijdens de afwas dacht ik alleen in het begin nog aan m’n vrije weekend, maar op een gegeven moment was ik alleen maar druk met de afwas. En nu terug aan tafel begin ik zo maar, gedachteloos, te tekenen. Dat bedoel je dus met afdwingen en loslaten…

[/fusion_builder_column][/fusion_builder_row][/fusion_builder_container]

Categorieën
verhalen

Gewoon lekker bezig zijn

26/100 Tekening van Olaf Zefanja de Baar
26/100 Tekening van Olaf Zefanja de Baar

Buiten waait en regent het. Goed weer om binnen te blijven, heeft Marloes besloten. Ze heeft zich geïnstalleerd in haar hoekje op de bank met een stapel tijdschriften en een pot thee en zit met opgetrokken knieën onder een dekentje.

Al bladerend komt de winterkleding voorbij en ondanks dat de temperatuur buiten nog best aangenaam is ziet ze er ook wel weer naar uit, dat het straks weer kouder zal zijn en ze haar warme winterkleren weer aan kan. Ze herinnert zich dat ze vorig jaar, impulsief als ze soms is, verschillende soorten wol kocht om grote sjaals van te breien. En bij dat kopen is het gebleven, want de bollen bevinden zich nog in de oorspronkelijke staat in een mooi tasje ergens in haar hobbykamer.

Marloes kijkt met een scheef hoofd naar de sjaals en mutsen die ze voorbij ziet komen. O jeej, het gaat weer kriebelen. Ze krijgt zin om te breien en besluit om haar voorraad wol op te zoeken.

Niet veel later ligt de vloer van haar hobbykamer bezaait met tasjes met daarin verschillende bollen wol. En niet alleen zij, maar ook haar drie poezen genieten er van. Op een onbewaakt ogenblik heeft de jongste van de drie een bol te pakken gekregen. Met zijn voorpoten er stevig omheen geklemd alsof hij de bol nooit meer los zal laten en met z’n achterpoten trapt hij er tegenaan als een dolle. Ondanks dat ze er niet blij mee is moet ze er toch om lachen. Gelukkig is deze bol nog niet zo gehavend, maar ze gaat wel gelijk op zoek naar een ander bolletje waar de poezen wel mee mogen spelen. Ze duikt de kast weer in en vind een restje wol waar ze bij nader inzien niks meer van wil maken, omdat ze de kleur toch minder mooi vind dan toen ze de wol kocht. Ze maakt er een mooi rond bolletje van en rolt de wol stevig op, zodat haar poezen hun best moeten doen om het uit elkaar te trekken. Ze laat een meter draad loshangen en gooit het bolletje door de gang. Twee van haar poezen rennen er achteraan. De één grijpt het bolletje, de ander vindt de loshangende draad interessant. Al rennend en stoeiend buitelen ze over elkaar heen, de gang is voor hen een waar speelparadijs. In het midden van de gang ligt een warm dik kleed met franjes, die het ook regelmatig moeten ontgelden. Gelukkig laten ze het kleed zelf wel aardig heel.

Na het schouwspel in de gang gaat Marloes terug naar haar bollen wol . Ze was even vergeten dat haar derde poes nog in haar hobbykamer was, maar gelukkig ligt die in het raamkozijn te slapen en ze gaat verder met het opzoeken van nog meer bollen wol en de breinaalden. Op zoek naar breipatronen komt ze ander leuks tegen en voordat ze het weet haalt ze haar hele kast overhoop. Nou ja, die wilde ze binnenkort toch opruimen. Heeft ze nu alvast een mooi begin gemaakt.

Met een stapel breipatronen onder haar arm keert ze terug naar de bank en kruipt opnieuw onder haar dekentje. En terwijl ze in de bladen op zoek gaat naar het juiste patroon voelt ze dat ze het rommelen wat ze net in haar kamertje deed en het boekjes lezen op de bank eigenlijk wel genoeg vindt voor nu. Ze komt erachter dat lekker een beetje aanklooien en rommelkonten vandaag hetgeen is wat ze wil doen vandaag. Verder geen actie. Dit is waar ze van geniet en helemaal bij weg kan dromen. Eigenlijk is dat precies wat ze wilde doen vandaag. Gewoon lekker bezig zijn. Maakt niet uit met wat. Vooral: niks hoeven moeten…

Categorieën
verhalen

Doe wat nodig is

“Wat moet ik daar nu mee”. Harm leest terug wat hij heeft opgeschreven, maar hij komt er niet uit. Heeft geen flauw idee wat hij met deze opdracht aan moet. Hij probeert zich voor te stellen wat de klant van hem verwacht, maar omdat hij niet bij dat gesprek aanwezig was moet hij nu werken vanuit aannames. Van wat zijn baas hem vertelde. Daar kan dus extra ruis tussen zitten, omdat het verhaal wat hij zojuist hoorde de interpretatie is van zijn baas. Dus het kan zomaar zijn dat het doorspekt is van aannames van wat de klant mogelijk zou willen en niet wat de klant daadwerkelijk wil. Pfff. Dat schiet dus niet op.

Hij schuift zijn stoel naar achteren, haalt nogmaals diep adem, laat een diepe zucht horen en staat op. Een paar collega’s kijken op. Ze moeten er een beetje van lachen en hebben tegelijk met hem te doen. Omdat ze het allemaal herkennen, deze situatie.

Zoals altijd zal ook deze opdracht hem ongetwijfeld uiteindelijk een blije klant opleveren, maar op dit moment lijkt Harm nog mijlenver van dat gevoel. Klaas komt naast hem staan en drukt voor Harm op de knop van het koffieapparaat, omdat Harm staat te dromen en nu al een paar minuten zwijgend het apparaat lijkt te staan observeren. Als het gebrom en gepruttel klaar is overhandigt zijn collega hem zijn cappuccino. Harm lijkt daardoor wakker geschut en even terug van heel ver weg. Hij knippert een paar keer snel met zijn ogen en schut met zijn hoofd alsof hij net wakker wordt, terwijl hij een vriendelijk ‘dankjewel’ laat horen. Klaas geeft hem een schouderklopje en gaat zwijgend weer terug naar zijn werkplek, Harm zwijgend achter latend. Die blijft nog even staan en lijkt al snel weer mijlen ver weg met zijn gedachten.

Hij is op de lege lege tafel gaan zitten met zijn cappuccino in zijn rechterhand, terwijl hij zijn linkerhand, die op tafel leunt, lijkt nodig te hebben om hem te ondersteunen. Hij hangt een beetje op de tafel, terwijl hij door het raam naar buiten staart. Zijn collega’s geven hem die ruimte en laten hem met rust. Het is een stilzwijgende afspraak die ze met elkaar hebben. Af en toe heeft één van hen een moment van totale ontreddering, zo lijkt het. Niet wetend hoe nu verder te moeten met de opdracht waaraan ze op dat moment werken. De ervaring leert dat als ze elkaar deze ruimte geven het meestal niet veel langer duurt dan een klein uurtje voordat deze chaos van gedachte vaste bodem lijkt te krijgen.

Even later stapt Harm van de tafel af, zet zijn lege kopje weg en loopt langzaam terug naar zijn werkplek. Hij pakt een vel papier en een potlood. En terwijl hij, half dromend, onderuitgezakt op zijn stoel zit, geeft hij zijn fantasie de ruimte en komt er beweging in zijn handen. Zonder zich bewust te zijn van wat er op papier verschijnt laat hij dit gebeuren, want zijn ervaring is dat dit bij zijn hele proces van creëren hoort.

Dit soort droodles maakte hij tijdens de lessen op school ook al. En ondanks dat het hem niet altijd in dank werd afgenomen en hij er zelfs een paar keer straf voor kreeg, is hij het blijven doen. Voor hem is het serieus spelen en het draagt voor hem bij aan zijn creatief proces. Het zorgt er voor dat dingen op z’n plek vallen en voor hem helder worden.

Zo ook nu weer. Als donderslag bij heldere hemel weet hij opeens wat hij gaat doen. En ook hoe. Hij heeft het proces van het begin tot het eind helder, zelfs de tussenliggende stappen van het proces dat hij wil volgen.
Als hij op zijn papiertje kijkt naar wat hij getekend heeft fronst hij zijn wenkbrauwen. Ook deze keer begrijpt hij niet wat hij getekend heeft, maar zijn ervaring leert hem dat het niet zozeer gaat om wat hij heeft getekend, maar om de vele vragende gezichten bovenaan moet hij lachen. En de rest van wat er staat doet er niet toe. Maakt niet uit, zijn droodles zijn hem ook nu weer behulpzaam geweest.

“Ha. Gelukt” laat hij harder horen dan de bedoeling was en een paar collega’s draaien zich lachend naar hem toe en laten steken hun duim omhoog. Hij is blij dat hij op een plek werkt waar zowel zijn werkgever als zijn collega’s dezelfde mening zijn toegedaan. Dat als je de tijd en ruimte neemt en doet wat voor jou werkt, dat dat je creativiteit en zelfvertrouwen ten goede komt. Dus doe wat nodig is en laat je daarbij niet afleiden…