Categorieën
verhalen

Als je een regenboog wilt, dan moet je tegen regen kunnen

15 Olaf[fusion_builder_container hundred_percent=”yes” overflow=”visible”][fusion_builder_row][fusion_builder_column type=”1_1″ background_position=”left top” background_color=”” border_size=”” border_color=”” border_style=”solid” spacing=”yes” background_image=”” background_repeat=”no-repeat” padding=”” margin_top=”0px” margin_bottom=”0px” class=”” id=”” animation_type=”” animation_speed=”0.3″ animation_direction=”left” hide_on_mobile=”no” center_content=”no” min_height=”none”][fusion_dropcap color=”#dd9933″ boxed=”no” boxed_radius=”8px” class=”” id=””]A[/fusion_dropcap]

ls kind zijnde fantaseerde Harm vaak dat hij vleugels had. Kon vliegen. En hij wist ook waarheen hij wilde vliegen. “Naar de regenboog” was eigenlijk de enige plek die hij kon verzinnen. Hij had zichzelf wijsgemaakt dat dat een plek was waar het altijd fijn was, iedereen lief en blij was en iedere dag de zon scheen.”Dat kan niet anders”, zo redeneerde hij, “want met al die kleurtjes was het altijd vrolijk”.

In zijn eigen, kleine wereldje was Harm best een blij en gelukkig kind. Zolang hij er maar op los fantaseerde en de tijd voor zijn spel nam om zich erin te verliezen op een manier die voor hem prettig was. Dan was het goed voor hem. Hij hield daarom van de vakanties, want dan was zijn vader overdag aan het werk en hoefde hij geen rekening met hem te houden. Want zijn vader had geen goede invloed op hem. Hij werd nerveus van die man. Wilde het liefst van hem weg. Ver weg. Misschien dat hij daarom altijd graag wilde dat hij vleugels had en kon vliegen? Grote kans dat dat de oorzaak was van het wegvluchten in zijn eigen wereld, een wereld waarin hij zich veilig voelde en zichzelf alle ruimte kon geven die hij nodig had.

Harm kwam al vroeg tot de ontdekking dat pijn en verdriet soms in het verlengde liggen van blije momenten. Hij vond dat een raar iets. Want als het dagen achter elkaar rustig was thuis en er geen onvertogen woord viel, had hij minder behoefte zich in zijn fantasiewereld terug te trekken. Terwijl als hij in zijn fantasiewereld zijn eigen spel speelde hij zich altijd ontspannen voelde. Niet bang was. Zich stoer voelde. De grootste praatjes had. En tijdens zijn spel kon hij ook de wereld aan en alles op een liefdevolle manier naar zijn hand zetten. Zijn ouders waren dan een gelukkig stel, zijn vader had respect voor zijn vrouw en alle aandacht voor zijn broer Henk en hem. Speelde soms zelfs met hen, fantaseerde hij, en hij kon hem dingen vragen en kreeg oprecht aandacht, wat in het normale leven onmogelijk bleek.

Harm begreep de uitspraak “Als je een regenboog wilt, dan moet je tegen regen kunnen” van Dolly Parton wel. Het was hem duidelijk dat hij weinig anders kon dan rekening houden met de grillen van zijn vader. En, hoe gek en vervelend ook, juist door diezelfde buien kende hij blije en gelukkige momenten in zijn leven. Door de reizen die hij maakte als hij zijn vleugels om had. Zijn reisjes naar de regenboog.

Maar voor een regenboog heb je niet alleen zon nodig. Het moet dan wel eerst regenen. Zoals de buien van zijn vader . . .

[/fusion_builder_column][/fusion_builder_row][/fusion_builder_container]

2 reacties op “Als je een regenboog wilt, dan moet je tegen regen kunnen”

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *