Marloes is vaak alleen. En dat vindt ze meestal prima, want dan kan ze lekker haar eigen ding doen. De ene keer is dat een boek lezen, een andere keer Netflix kijken of mediteren. Prima. Heerlijk, zo’n vrij gevoel van met niemand rekening te hoeven houden.
Helemaal ’s morgens vroeg. Als de wereld ontwaakt. Marloes kan daar intens van genieten, van het wakker worden in een leeg huis met niemand om zich heen. Haar eigen ding doen. Lekker rommelen.
Net als de rest van de week is het ook vandaag heerlijk warm. Als ze beneden komt zet ze gelijk een paar ramen open, ze opent de voordeur, stapt naar buiten en gaat met haar blote voeten op de tegels in haar tuintje staan. Ze sluit haar ogen en haalt een paar keer diep adem. Ze heet de nieuwe dag welkom en luistert naar de vogels die zich vrolijk laten horen. De kerklok is het enige wat die rust verstoort. Verder is er niks. Even helemaal niks wat haar door haar hoofd gaat.
Ze houdt van het ochtendritueel wat ze al jaren iedere ochtend doet. Nou ja, tenzij het regent haha. Als het ’s winters koud en droog is doet ze het echter wel. Dan gaat ze gelijk vanuit haar bed even naar buiten. Lekker hoor, even écht goed wakker worden van de ijskoude grond onder je voeten.
Zo’n begin van de dag geeft haar een gevoel alsof ze, door met haar blote voeten buiten op de grond te staan, zich meer verbonden voelt met de aarde. Met het leven hier op aarde. Alsof ze, door de aandacht die ze op dat moment heeft voor haar voeten en de grond waar ze opstaat, zich even heel intens ervaart waar ze is. Hoe ze zich voelt. Ze ervaart dan rust. Stilte. Ruimte in haar hoofd. En dat vind ze fijn. Heel erg fijn. Want het is heel vaak erg druk in haar hoofd.
En oja, ze heeft het een paar jaar terug ook gedaan toen het sneeuwde. Heerlijk vond ze dat, dat gevoel van koude sneeuw onder je voeten. Toen bleef ze niet voor haar deur staan, maar liep ze door de onbelopen sneeuw heen, haar tuintje uit en een stukje de straat in.
Marloes sluit haar ogen en denkt weer even terug aan dat moment. Zo’n hele witte wereld. ’s Morgens vroeg toen het nog donker was en de sneeuw wat oranje leek door de lantaarn op de hoek. De sneeuw die onder haar voeten knisperde. Allemaal voetstappen. Alleen van haar. Waardoor de wereld even van haar alleen leek. Ze genoot er van.
Hoewel ze gek is op sneeuw ze liefst altijd haar dag willen beginnen door met haar voeten aan de rand van de zee te staan. Precies op de plek waar de golven nog nét om je voeten heen glijden als ze zich terugtrekken. Dat vindt ze bijna het allerfijnste gevoel wat er bestaat, als je voeten steeds steviger in het zand komen te staan als de zich iedere keer weer even terugtrekt. Dan voelt ze haar voeten iedere keer een beetje dieper wegzakken. Een heel klein beetje maar, ook al lijkt het soms alsof ze heel diep in het zand staan.
Maar dat is het niet. Nee, het gaat om het gevoel van stevigheid dat ze ervaart als ze dat doet. Alsof ze de aarde ingezogen wordt. Eén wordt. Met het leven. Er niet langer onzekerheid en onduidelijkheid bestaat. Het gaat over de stevigheid die ze vaak mist in haar ‘gewone’ leven. En deze momenten, met haar voeten aan de rand van de zee, die geven haar dat gevoel wel. Dan kijkt ze weg over de golven en ervaart ze een gevoel van intens geluk. Omdat er dan even niks en niemand anders bestaat dan Marleen zelf. En de zee en haar golven. Dan is ze één met de aarde en het leven zelf…